maandag 15 augustus 2011

Introductie van mijn blog


Rob Bouber is mijn naam sinds 18 juli 1948. De voornaam werd die dag rond 18.13 uur geopperd in de verloskamer van het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam en enkele dagen later werd ik bij de burgerlijke stand en in het doopregister van de Vondelkerk in Amsterdam als meetellende burger ingeschreven als Robertus Antonius Bouber.
Ik wil u mijn jeugd in deze blogintro besparen. Mocht u toch geinteresseerd zijn in mijn jonge jaren, lees dan het rijk geillustreerde feuilleton 'Het Onbekommerde Leven' dat in 98 afleveringen in een aantal Nederlandse dagbladen verscheen en in 2006 als prachtband (alleen al door de foto's van het Maria Austria Instituut) is uitgegeven. Er zijn er 12.000 van over de toonbank gegaan. Het boek volgt in woord en beeld de belevenissen van een jongetje in de jaren 1948 tot 1960. De foto’s zijn van Eva Besnyƶ, Ad Windig, Paul Huf, Sem Presser, Philip Mechanicus, Kees Scherer, Henk Jonker, Carel Blazer en andere artiesten die de Rolleiflex hanteerden, de 6 x 6 camera, die op de buik hing als de sluiter klikte.
JONGETJE/MEISJE
Ik schreef een vervolg, (‘De Onbevangen Jaren’) dat handelt tussen 1960 en 1972, maar die roemruchte periode is gekleurd door de ervaringen van een jonge vrouw die haar puberteit beleeft. Onnodig te zeggen dat haar avonturen niet de mijne waren.
Wat wel weer overeenstemt met de biografische werkelijkheid is het ontroerende slot van dit boek, waarin het jongetje van deel I het meisje van deel II tegenkomt. Ja, zo ongeveer is de ontmoeting verlopen. Er werd getrouwd. En er werden twee kinderen gebaard. Inmiddels heb ik er door mijn tweede huwelijk twee (volwassen) stiefkinderen bijgekregen. En er zijn twee kleinkinderen.
JOURNALISTIEK
Ik ben dus opa en nog steeds schrijver. Tussen 1969 tot 2009 verschenen vijf boeken maar mijn dagtaak bestond vooral uit het produceren van journalistieke teksten. Alle genres: berichtgeving, interviews, recensies, commentaren, columns, beschouwingen. Acht jaar gewerkt als eindredacteur bij de tijdschriftenreus de Geillustreerde Pers en 32 jaar als kunstredacteur bij HDC Media. (O.m. Noordhollands Dagblad, Haarlems Dagblad, Gooi- en Eemlander en aangesloten bij de GPD).
In 1989 schreef ik de biografie van de materieschilder Willem Klein Schiphorst. In 1995 co-auteur van het bij Becht uitgegeven ‘Spelen met onzichtbare dingen’. In samenwerking met de HDC-kranten kwam in 2005 het boek 'Gezichten van Noord-Holland' uit, dat Noord-Hollandse landschappen van 1880 tot 1940 laat zien en beschrijft. De tweede druk is uitverkocht. En er komt, naar het zich laat aanzien, geen nieuwe druk.
In het najaar van 2012 rolt bij Uitgeverij De Liefde de biografie van de beeldhouwer Nic Jonk van de persen.
KAREL CAVIA
Maar eerst komt Uitgeverij De Liefde - eind september 2011 - met de eerste twee delen van een reeks voorlees-, lees- en luisterboeken over Karel Cavia. Een lekker eigenwijs kereltje, een caviaatje dat verbaast en soms zelfs verbijstert. Hij woont bij Plien en Pieter en hun ouders en heeft zowat dezelfde rechten (en iets minder plichten) als de mens-bewoners van het huis dat Karel als het zijne beschouwt. Ik ben met de componiste Caroline Ansink en met technicus Lennard Vaatstra vier dagen in de studio gekropen om Karels fratsen ook in te spreken en van muzikale accentjes te voorzien. 
Ik zal bloggen over het reilen en zeilen van Karel Cavia. Over het schrijven aan en het ordenen van ‘Nic Jonk’ en over Uitgeverij De Liefde in Koedijk, die ik met mijn lieftallige echtgenote Sylvia van Zoeren in 2009 oprichtte. Het zal ook over De Praktijk in Koedijk kunnen gaan, of over de Stichting Wijze Moeders want ook daar zijn wij, als ongesubsidieerde kleine zelfstandigen, verantwoordelijk voor.
Mijn bemoeizucht kent geen grenzen. Soms blog ik over iets dat me dwarszit, ergert; een andere keer over iets dat me amuseert of opvalt.
Karel Cavia twittert - soms baarlijke nonsens, soms debiteert hij fijnzinnige wijsheden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten